Beschrijving
De zorg aan het levenseinde haalt bij ons globaal gezien een hoog niveau. Ze is goed georganiseerd en er zijn veel gedreven hulpverleners. Er zijn echter ook nog belangrijke werkpunten. Zo voelen patiënten en familieleden zich nog te vaak niet gehoord in noden die te maken hebben met de grote levens- en zinvragen. Wat is de zin van mijn leven (geweest)? Waar ben ik trots op? Waar heb ik spijt van? Is er nog iets na dit leven of houdt alles op als we sterven? Wat deze existentiële en spirituele dimensie van palliatieve zorg betreft , is er nog een weg te gaan.
In dit boek beschrijft Alexander Verstaen hoe we meer voeling kunnen krijgen met de processen waar palliatieve patiënten en hun familieleden door gaan en hoe we deze dimensie van zorg daadwerkelijk gestalte kunnen geven. Hij heeft aandacht voor tal van vragen waar zieken en hun naasten, zorgprofessionals en vrijwilligers in de palliatieve zorg, en iedereen die nadenkt over het levenseinde, mee worden geconfronteerd. HOOFD-stukken worden afgewisseld met het diep eerlijke relaas van het ziekte- en stervensproces van zijn eigen vader (het ‘pad van het HART’), een doorleefd verhaal dat de theorie verder illustreert en verdiept.
Alexander Verstaen is doctor in de psychologie, psychotherapeut en intervisor. Hij is sinds 2006 acti ef in de palliati eve zorg. Hij is gastdocent en trainer aan diverse opleidingen gezondheidszorg in binnen- en buitenland en is als docent en bestuurslid verbonden aan de School voor Comparatieve Filosofie Antwerpen. Hij is, samen met zijn echtgenote,
oprichter en bezieler van het centrum Groeien in leven en sterven.
‘Dit boek kaart een belangrijk, interessant en nog niet zo vaak besproken onderwerp aan. Heel boeiend en uitdagend om over te reflecteren!’
(WALTER ROMBOUTS, psycholoog palliatief supportteam UZ Leuven)
‘Een belangrijke en resolute stap vooruit.’
(dr. ARSÈNE MULLIE, pionier palliatieve zorg in België, ere-voorzitter Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen)
‘Geschreven met behoedzaamheid en een respectvolle houding naar alle levensbeschouwingen toe.’
(KATHLEEN VAN STEENKISTE, vrijzinnig-humanistisch consulente, huisvandeMens Gent)
‘Ik ben heel blij dat ik dit boek heb gelezen, want op mijn leeftijd sta ik er dicht bij…’
(CÉCILE BAERT, 91 jaar; moeder, grootmoeder en overgrootmoeder)