Beschrijving
De coronacrisis heeft er zwaar ingehakt bij jonge mensen, vooral dan bij jongeren die psychisch kwetsbaar zijn. In dit boek vertelt de 26-jarige Laura De Houwer openhartig over haar gedwongen opname in de psychiatrie in volle coronatijd. Het is het verhaal van de horror die zij meemaakte, in de instelling én binnen in zichzelf.
Laura vertelt over de wantoestanden die ze zag en meemaakte, maar ook over haar depressie, haar zelfmoordgedachten en persoonlijkheidsproblemen. Zonder een blad voor de mond te nemen legt zij de vinger op een aantal taboes rond psychiatrische stoornissen. Ze gunt de lezer een kijkje in haar hoofd, haar gedachten, gevoelens en denkpatronen en wil anderen laten zien hoe het er achter de muren van een psychiatrisch ziekenhuis écht aan toegaat. Laura’s opname verloopt niet zoals een ideale opname zou moeten verlopen. Het is een relaas van isoleren en fixeren, van suïcides van medepatiënten, van overplaatsing na overplaatsing. Bij dat alles verliest Laura vaak haar hoop en soms ook zichzelf. Toch is dit bovenal een verhaal over het vinden van hoop, menselijkheid, nabijheid, hernieuwd vertrouwen. Over de lichtpuntjes die er, zelfs in het donker, toch steeds zijn…
“Een authentiek, oprecht en zeer aangrijpend boek.” – Peter Dierinck, psycholoog en auteur, medewerker bij TeGek!?
“Gruwelijk herkenbaar. Dit boek had nooit geschreven mogen zijn. Maar nu het er is, MOET iedereen het lezen.” – Brenda Froyen, auteur
“Een nuchtere, bijna journalistieke maar diepmenselijke beschrijving van de verwarrende afdaling in de roetsjbaan van een geest en hoe het systeem daar niet mee overweg kan. En hoe een mens toch de uitgang vindt. Een boek dat absoluut tot verandering moet leiden.” – Prof. Edgard Eeckman, voorzitter vzw Patient Empowerment / Communicatiemanager UZ Brussel